Verslag tweede Leuvens Klimaatforum

Tweede klimaatforum wil Leuven Klimaatneutraal
Voor het tweede Leuvense Klimaatforum van 12 november 2011, verzamelden ruim 150 deelnemers in en rond het Leuvense cultuurcentrum 30CC/Het Wagenhuys. Inleider van dienst was Jan Turf, voorheen woordvoerder van Greenpeace en coördinator bij Bond Beter Leefmilieu, vandaag zelfstandig consulent. Hij situeerde het klimaatforum in de internationale context van mislukte pogingen tot klimaatafspraken. Als tegenhanger nemen steeds meer lokale overheden eigen initiatieven met klimaatprogramma’s.

Turf herinnerde ons aan het recente nieuws over de sterk gestegen mondiale uitstoot van CO2 in het jaar 2010. Hij koppelde dit aan de nakende klimaattop van de VN in Durban (Zuid-Afrika) die weinig goeds voorspelt. Maar wat gebeurt er als de klimaatopwarming de 2 graden Celcius overschrijdt, want dat is een waarschijnlijke en alarmerende voorspelling. In dat kader overliep Turf enkele mogelijke toekomstscenario’s. Zo had hij veel aandacht voor de ontregeling van de waterhuishouding en de gevolgen daarvan voor het aantal klimaatvluchtelingen. Beelden van overstromingen -recent uit Bangkok- en extreme droogte -even recent uit de Hoorn van Afrika- worden tijdens deze eeuw vaste kost. En niet alleen verre streken zullen getroffen worden.

Ondertussen hoeven we niet met gekruiste armen blijven toekijken. Op het niveau van de huishoudens kan er heel wat gebeuren. Het genre ingrepen die voor de hand liggen, winnen aan belangstelling maar verdienen het om breder gekend te zijn. De negen workshops die van start gingen in de namiddag, gaven een staalkaart: we kunnen autodelen en lokaal voedsel eten, we kunnen onze werkplek vergroenen en daarond ook eisen stellen naar de werkgevers, we kunnen oude huizen renoveren tot lage energiewoningen, we kunnen solidair zijn met de gebieden die getroffen worden door de klimaatgevolgen, enzovoort. De aanpak van de workshops was zeer verschillend, en ook de reacties achteraf waren navenant: van enthousiast tot ontgoocheld en terug.

Tijdens de workshoptijd gingen ook de 25 deelnemende kinderen aan de slag. Zij oefenden op het bouwen met strobalen, anderen gingen op stap naar bioboerderij De Wikke, knutselden met afvalmateriaal enzovoort.

Slotdebat met Jones en Ridouani
Na de pauze volgde nog een slotdebat. Niet alle deelnemers bleven zolang maar ook niet elke workshop was al gedaan, zodat sommigen het geanimeerd gesprek misten met wetenschapper en ecologist Peter Tom Jones (KUL) en Leuvens milieuschepen Ridouani (SP-A). Peter Tom Jones zette de toon: “We hoeven echt niet te wachten op de volgende president van Amerika of het eerstkomend meerjarenplan in China om de uitstoot van klimaatgassen te bestrijden.We kunnen hier en nu in actie komen en Leuven kan koploper worden op dat vlak. ”

Het plan om van Leuven een klimaatneutrale stad te maken tegen 2030 was het onderwerp van gesprek. Schepen Mohamed Ridouani situeerde de geboorte van deze ambitie bij de uitdaging die tijdens het eerste klimaatforum werd gesteld. Ridouani:“We willen hier met hart en ziel aan werken, we willen als stad werken naar een momentum waarop diverse trajecten samenvallen: inspraakprojecten zoals Leuven Overmorgen, het burgemeestersconvenant rond klimaat en duurzaamheid en nog heel wat andere projecten. Ze worden allemaal geïntegreerd in het plan 2030 en moeten Leuven op de kaart zetten als innovatieve stad.”

Transitiearena’s
Ridouani wist te vertellen dat het stadsbestuur recent haar officiële goedkeuring gaf voor de opmaak en financiering van een stappenplan naar een klimaatneutrale stad. Dat zou gebeuren via een brede en participatieve aanpak. Tijdens het jaar 2012 zal een zogenaamde G20 aan het werk gezet worden. Dat moet een groep van twintig leidinggevenden worden van grote organisaties en bedrijven. Zouden al betrokken zijn: Inbev, De Lijn, Imec, Interleuven, VOKA, KUL, …. Dit wordt de top-down aanpak genoemd. Parallel daarmee moet een bottom-up aanpak ervoor zorgen dat de Leuvense organisaties en bewoners ook inspraak krijgen. Dit zou georganiseerd worden via werkgroepen rond negen thema’s, via multi-actortafels en andere constructies.

Jones en Ridouani waren alvast verenigd in het verdedigen van de sterke punten van het Leuvense project: er worden lessen getrokken uit het voorbeeld van de provincie Limburg en andere lokale klimaatprojecten, er is een brede betrokkenheid gaande van het KUL-topmanagement tot de Leuvense cultuursector, grote Leuvense bedrijven tonen effectieve interesse en er is grote aandacht voor de participatieve procesaanpak, aldus Jones en Ridouani.

Tijdens het debat met de zaal – noem het een transitiearena- toonde het publiek zich kritisch ten aanzien van participatief beleid in Leuven. Het stadbestuur kan op dat vlak inderdaad weinig edelbrieven voorleggen. Er werd ook gesuggereerd om als stad zelf energieproducent te worden, zodat winsten niet wegstromen naar geldschieters en er integendeel voor lokale betrokkenheid en dynamiek wordt gezorgd. Er waren vragen omtrent de berekeningsmethode waarmee de klimaatuitstoot gemeten zou worden (de zogenaamde SCOOP 1 en 2) maar waarbij men de uitstoot van geïmporteerd voedsel niet zou meerekenen (de ontbrekende SCOOP 3). Een al te grote promotie van openbaar vervoer werd in vraag gesteld. Voetgangers en fietsers zorgen voor nog veel minder uitstoot, ongeacht hybride motoren en andere technische innovaties bij De Lijn. Is Leuven niet de stad bij uitstek om je te voet of per fiets te verplaatsen?

Debat moet er zijn!
De onderwerpen die de vragenstellers aanhaalden zijn richtingwijzers voor de organisatoren van dit forum. Het Leuvense middenveld kan zich als kritische betrokkene bij het Leuvense klimaatproject verdienstelijk maken door de bekommernissen die er leven te vertalen en mee op de agenda te zetten. De organisaties die deel uitmaken van het klimaatforum zijn vast van plan om dat ook te doen en elke stap die er gezet wordt kritisch tegen het licht te houden. In de loop van 2012 zal er gewerkt worden aan het opstellen van een plan, via de G20, de werkgroepen en de wetenschappers van de KUL. En daarna moet het echte werk nog van start gaan. De buit is absoluut nog niet binnen. Daarom hebben we baat bij een alert middenveld, bij debat, uitwisseling van standpunten en verdere actie waar nodig. Een bevolking en middenveld die blijven druk uitoefenen, werkelijke inspraak en voldoende politieke discussie, lijken de beste garanties om het project Leuven Klimaatneutraal 2030 ook effectief uitgevoerd te krijgen.

Bookmark and Share

Er worden geen reacties toegelaten op dit artikel.