Belgisch vorstenpaar en Duitse president herdenken WO I
De Eerste Wereldoorlog. Elk jaar herdenken we die Grote Oorlog op 11 november, ook wel bekend als wapenstilstand. Maar in 2014, het jaar waarin het exact 100 jaar geleden is dat de oorlog begon, wordt er in ons land extra stilgestaan bij het leed en de overledenen. De laatste veterane mag deze verjaardag weliswaar niet meer meemaken (zij overleed twee jaar geleden), maar de herinnering aan de verliezen, de opgetekende verhalen en een land dat doorspekt wordt met monumenten, getuigen nog steeds dat het collectief bewustzijn de herhaling van zulke gruwel liever niet tegemoet ziet.
Leuven, als één van de steden die het hardst werd getroffen tijdens die Eerste Wereldoorlog, heeft een onlosmakelijke band met deze verjaardag. Exact 100 jaar geleden, op 4 augustus, viel Duitsland België binnen. Na ruim twee weken werd Leuven reeds bezet. Op 27 augustus werd de volledige bevolking uit de stad gedreven, waarna 2 dagen later, op 29 augustus, onze stad door de Duitsers in brand werd gestoken. 209 burgers kwamen om, en grote delen in het centrum en rond het station werden in as gelegd. In de brand die de hele stad teisterde, was één van de grootste verliezen wellicht de Universiteitsbibliotheek; van de rijke verzameling handschriften en de ruim driehonderdduizend boeken bleef niets meer over. De wereld keek verontwaardigd toe, en de brand werd een symbool voor de zinloosheid van de oorlog. De bibliotheek werd heropgebouwd, om dan tijdens de Tweede Wereldoorlog opnieuw de vlammen ten prooi te vallen – ironisch genoeg gingen tijdens die tweede brand ook veel na de vorige oorlog door Duitsland geleverde boeken verloren.
Nu, dag op dag een eeuw later dan die bewuste inval, kwam de Duitse president Joachim Gauck naar de martelaarstad Leuven, om, samen met koning Filip en koningin Mathilde, de start van deze gruwelijke periode te herdenken. Zowel het vorstenpaar alsook de president werden door burgemeester Louis Tobback opgewacht op de Grote Markt in Leuven. Ook twee van de ontslagnemende vice-premiers, Pieter De Crem, Minister van Landsverdediging, en Didier Reynders, Minister van Buitenlandse Zaken, waren aanwezig om de prominente gasten te verwelkomen. De president schudde de burgemeester de hand en leek zich te verontschuldigen. Daarna nam hij de tijd om het oude stadhuis te bewonderen, één van de gebouwen die tijdens de brand niet compleet verwoest werden. Nadat het vorstenpaar ook even de tijd nam om de talrijk aanwezige menigte te begroeten, begaf het gezelschap zich naar de Universiteitshal.
De president verontschuldigde zich voor het onrecht dat het neutrale België ten deel viel tijdens de overvallen van Duitsland, zowel in de Eerste alsook in de Tweede Wereldoorlog. “Vandaag komen we samen om de doden te herdenken. In verdriet staan we verenigd rond de graven, en we voelen het behouden van de vrede aan als een verplichting tegenover de slachtoffers van de oorlog”, aldus Joachim Gauck. Rik Torfs, rector van de KU Leuven, had voordien al zijn dankbaarheid betuigt dat net de president vandaag aanwezig was voor de plechtigheden. Hij haalde echter ook aan dat we niet mogen herdenken vanuit een positie waarin we onszelf beter wanen, alsof het ons nooit zou overkomen. Op dagen als vandaag moeten we eens te meer stilstaan bij hoe een dictatuur tot stand kan komen, waar iets niet doen net wel consequenties heeft, en welke angst, verdriet en pijn voortvloeien uit de handelingen zoals die 100 jaar geleden hebben plaatsgevonden.
Na de speeches werd er een gedenkplaat onthuld, ter herinnering aan de brand van Leuven en de gevallen slachtoffers – opgesteld in zowel het Nederlands, het Frans, het Engels alsook in het Duits. Ook werd even de tijd genomen om het Gulden Boek van de stad Leuven en de KU Leuven te ondertekenen.
Over de Bondgenotenlaan ging het daarna naar het Martelarenplein, waar de dranghekken wel enorm ver leken te staan. Koning Filip en president Gauck legden daar elk een bloemenkrans neer aan het oorlogsmonument voor de slachtoffers van Wereldoorlog I. President Gauck nam daarbij uitgebreid de tijd om de bloemenkrans met het nodige respect achter te laten. Onder het toeziend oog van enkele oud-strijders werd op trompet “Te Velde” ten gehore gebracht, waarna het gezelschap afscheid nam. Ook op het Martelarenplein nam het vorstenpaar nog even de tijd om de aanwezigen toe te wuiven, waarvan enkelen meer aandacht leken te hebben voor hen dan voor de eigenlijke herdenking.
Na een dag zoals vandaag ben ik me er heel bewust van dat de gruwel van de oorlog voor ons veelal iets is uit geschiedenisboeken en verbloemde verhalen van opa zaliger. Maar de conflicten die vandaag de dag woeden, kwamen in de afgelopen maanden wel uitermate dichtbij. Laat ons hopen dat velen onder ons elke dag heel bewust langs het oorlogsmonument op het Martelarenplein wandelen, wetende dat onze dagdagelijkse rompslomp in het niets valt vergeleken met de ellende van een oorlog die in onze o zo vredevolle straten reeds twee maal heeft gewoed. En laat ons mijmeren over de woorden van rector Rik Torfs: “Boeken zijn elkaars vrienden, ook als ze vijanden zijn”.
—
Om de martelaarsteden te ontdekken, kan je gebruikmaken van de applicatie “Martelaarsteden“.
Meer informatie over de brand kan je vinden op de website “de Brand van Leuven, kroniek van een oorlogsmisdaad“. Of volg de rondleiding.
Er worden geen reacties toegelaten op dit artikel.