Kinderdagverblijf Craenendonck verhuisde naar De Ketteflet

Op 1 september opende het stedelijke kinderdagverblijf Craenendonck zijn deuren op een nieuwe locatie: de gelijkvloerse verdieping van Sint-Maartensdal 4. Het kinderdagverblijf kreeg ook een nieuwe naam: De Ketteflet. 40 kindjes van 0 tot 3 jaar worden er opgevangen in 4 leefgroepen. “We blijven bij Vlaanderen aandringen om de gesubsidieerde plaatsen toegekend aan Leuven te verhogen, zodat we de maximumcapaciteit van 60 kindplaatsen op deze prachtige locatie kunnen benutten”, zegt schepen van sociale zaken Bieke Verlinden.

De Ketteflet heeft 28 kindplaatsen voor vaste opvang en 12 doorstroomplaatsen. Dat zijn plaatsen die voor een korte duur en in functie van een opleiding, een verplichte inburgeringcursus of omwille van een sociale nood tijdelijk worden aangeboden. Zo probeert de stad Leuven, in samenwerking met OCMW Leuven en VDAB, de lacunes in het nieuwe decreet op te vangen en vertaling te geven aan specifieke noden.

Inspiratie voor de nieuwe naam
Voor zijn nieuwe naam ‘De Ketteflet’, haalde het kinderdagverblijf inspiratie in het boek ‘Pluk van de Petteflet’ van Annie M.G. Schmidt, waarin een diversiteit aan gezinnen avonturen beleven in een flatgebouw. De nieuwe naam legt ook de link naar kinderwerking ‘de Kettekeet’ van buurtcentrum Sint-Maartensdal. De Ketteflet en de Kettekeet zullen nauw samenwerken.

Unieke samenwerking
De bouw van het kinderdagverblijf gebeurde in samenwerking met Sociale Huisvestingsmaatschappij Dijledal. De stadsdiensten realiseerden met eigen personeel – parallel aan de werken van de aannemer – de vaste binneninrichting, de schilderwerken en de verhuizing. Zo konden ze de kwaliteit verhogen en de kostprijs drukken. Dankzij grote inspanningen van de stadsdiensten in de zomervakantie, kon De Ketteflet – tot tevredenheid van ouders, kinderen en personeel – op tijd zijn deuren openen.

Lessen voor de toekomst?
“In tijden van besparingen waarin steeds wordt gehamerd op overheidsefficiëntie, is dit project door zijn unieke samenspel van diensten, bouwheren en aannemers een opsteker”, vertelt schepen Verlinden. “Nooit eerder werd een project van deze omvang intern uitgewerkt. De technische stadsdiensten namen het volledige binnenschrijnwerk en de schilderwerken voor hun rekening. Zo hebben we met vallen en opstaan de grenzen van ieders kunnen afgetast en vastgesteld dat samenwerking loont en een interessante synergie met zich meebrengt. Het beeld dat alles wat de privésector zou doen goedkoper en beter zou zijn, wordt door dit kleinschalige maar grootse project ontkracht. Hiermee is het project in eerste instantie een les maar tevens ook een opsteker, zowel intern en extern.”

Bookmark and Share

Er worden geen reacties toegelaten op dit artikel.