Who’s got respect for Virginia Woolf?

Peter Verburgt, De Roovers & Kaaitheater – ‘Ik in het blauw’ – Theater – Stuk Soetezaal, 17 maart 2015, 20.30u.

Virginia Woolf, de getormenteerde schrijfster die zich aan het begin van de Tweede Wereldoorlog op 59-jarige leeftijd verdronk, spreekt nog steeds tot de verbeelding. Zo besloot Sara De Bosschere, oprichtster van het gezelschap De Roovers, zich te laten bijstaan door een zwijgzaam schuifelende Jan Joris Lamers om een verhakkelde monoloog te brengen die een ingetogen en respectvolle ode moest zijn aan deze gekwelde vrouw.

Dat dit stuk rond het personage van Virginia Woolf geen giller zou worden, beloofde de titel al. En ‘Ik in het blauw’ werd inderdaad allesbehalve een lichtvoetige voorstelling, hoewel ze wel wat aan fond en kracht miste om werkelijk de impact te hebben die ze beoogde. De tekst die De Bosschere bracht, was mooi, maar leek soms kant noch wal te raken, waardoor het als kijker soms zoeken was naar een boodschap, een houvast.

Wat het er niet makkelijker op maakte, en ons inlevingsvermogen nog meer op de proef stelde, was het feit dat de hele monoloog in de derde persoon verteld werd. Als De Bosschere over “ze” praatte, en dus over Virginia Woolf, praatte ze dan als een buitenstaander over de persoon van Woolf of praatte ze over zichzelf, haar personage Virginia Woolf, met een apathische afstandelijkheid? Toen ik De Bosschere achteraf vroeg naar de reden voor deze weigering verteller en vertelde te laten samenvallen, antwoordde ze vriendelijk maar kordaat: “uit respect”. Afstand houden uit respect, natuurlijk, een begrijpelijke keuze. Maar deze afstandelijkheid had ook een keerzijde: naast het feit dat het De Bosscheres vertolking zeer intrigerend en integer maakte, voelde je je als kijker nooit echt betrokken bij het verhaal, werd je nooit meegenomen, en kon je je niet identificeren met het personage.

8743_800_-1_FSImage_0_Ik_in_het_blauw_4__c__Jorn_Heijdenrijk

Wie zich echter over dit euvel kon zetten, en oog had voor het geheel van de voorstelling met al haar subtiliteiten, kon zich verlekkeren aan details als de sprekende muziekkeuze (met steeds hetzelfde nummer dat terugkeerde, om de eentonigheid en het repetitieve van Woolfs leven te verbeelden), de symbolische rekwisieten (de kopjes thee, en het hele sociale gebeuren dat ermee samenhing waar Woolf zo’n afkeer van had), de projectie van de eenzame en duistere vuurtoren die dreigend op de achtergrond aanwezig was (verwijzend naar haar roman ‘The Lighthouse’) en de schijnbaar betekenisloze aanwezigheid van de enige andere acteur op scène, een haast doelloos rondschuifelende en mompelende Jan Joris Lamers (haar man?), die echter helemaal op het einde van de voorstelling met een knoert van een one-liner komt aanzetten die het hele stuk een wondermooie nieuwe kleur geeft.

‘Ik in het blauw’ is geen voorstelling die je meteen bij je nekvel grijpt of die het moet hebben van grote emoties en zwaarwichtig drama, maar toont met afstand en respect dat ingetogenheid en soberheid ook hun plaats verdienen op een podium.

Artikel door Evelyne Janssens.

Dit artikel verscheen eerder op CLUB KULtuur.

Bookmark and Share

Er worden geen reacties toegelaten op dit artikel.