Leuvens dialect voor allen, ook voor niet Leuvenaars (Les 38)
Om te begrijpen waarover het gaat, lees je eerst de negen zinnetjes in het Nederlands.
WEET JIJ WAAROM DAT…
…DE TROUWRING GEDRAGEN WORDT AAN DE RINGVINGER?
1. Om te beginnen moet je weten dat aan alle vingers een symbolische betekenis wordt gegeven. Om dat te begrijpen is het best dat jij die betekenis onthoudt.
2. De duimen vertegenwoordigen de ouders.
De wijsvingers staan voor broers, zussen en vrienden.
De middenvingers ben jij zelf.
De ringvingers vertegenwoordigen je partner.
De pinken symboliseren je kinderen.
3. Doe nu het volgende:
Zet je handpalmen evenals je vingertoppen tegen mekaar. Plooi dan de middenvingers volledig, zodat de knokkels mekaar raken. De andere vingers blijven gestrekt en de vingertoppen blijven mekaar raken.
4. Probeer nu je duimen van mekaar te halen. Dat lukt! Inderdaad: dat zijn je ouders, en daarmee leef je niet je hele leven lang.
Duimen terug tegen mekaar.
5. Doe nu hetzelfde met de wijsvingers. Dat lukt ook. Ja, want ook met broers, zussen en vrienden is het contact niet tot het einde van je dagen.
Wijsvingers terug tegen mekaar.
6. En nu je twee pinken: ook dat lukt. Begrijpelijk, want jouw kinderen gaan immers na een tijdje hun eigen weg.
Pinken terug tegen mekaar.
7. En nu komt het!
8. Probeer nu maar eens je ringvingers van mekaar te halen: dat lukt van geen kanten! Dat komt omdat dit paar vingers staat voor je partner en die is bestemd om met jou samen te blijven voor de rest van jullie leven.
9. En daarom wordt aan die vinger de trouwring gedragen.
En naa, ‘t zèllefste veroileke, moo dan in ‘t Leives. Uek in neige zinnekes.
WETTE GOË VEI WA DA…
DEN TRAARINK GEDROOGE WED ON DE RINGVINGER?
1. Vei te beginne moete weite dat on alle vingers een simboulische betieëkenis wed gejeive. Vei ‘t geu te verston, es et best da ge doë betieëkenis ontoud.
2. De doeëme verteigewoudege de aavers.
De woësvingers doë ston vei bries, zisters en kameroode.
De twieë middevingers da zedde goë zelf.
De ringvingers da’s ouve partenêr .
De pinke doë simbolizeire eu kindere.
3. Doe naa et volgende:
Zet eu andpalme en eu vingertoppe tênieën. Ploet dan de middevingers ieëlemoo, zuedat de knoukels malkandere rooke. D’ ander vingers bloëve gestrekt en de vingertoppe bloëve malkandere rooke.
4. Probei naa eu doeëme vanieën t’ oole. Da likt! Vanoëges: da zen eu aavers en doo lieëfde ni mei eu lieëve lank.
Doeëme vrum tênieën.
5. Deu na etzelfste mei eu woësvingers. Da likt uek. Joo, want uek mei bries, zisters en kameroode edde gië kontakt tot ‘t ende van eu dooge.
Woësvingers vrum tênieën.
6. En na eu twieë pinke: uek da marsjeit. Begroëpeloëk, want eu kadeië gon noo e tejke ennen oëge wèg.
Pinke vrum tênieën.
7. En naa kom et!
8. Probei naa moo ne kieë eu ringvingers van makandere t’ oole. Da likt van gieën kante! Da komt omdat da poor vingers ston ve euve partenêr en doë of doëne es bestemd vei mei aa soome te bloëve vei de rest van aale lieëve.
9. En doovei wed on doëne vinger den traarink gedrooge.
Geschreven door Hugo en gepost op 8 augustus 2016 onder 't Leives, Improvisatie, Opleiding. Deze post werd getagd met Huwelijk, Ledematen. Comments Off on Leuvens dialect voor allen, ook voor niet Leuvenaars (Les 38) op dit artikel.Er worden geen reacties toegelaten op dit artikel.