Zoekresultaten

Leuvens dialect voor allen, ook voor niet-Leuvenaars (les 42)

Lees eerst de 13 zinnen in het Nederlands, zo begrijp je waarover de mop gaat, en is het gemakkelijker om daarna dezelfde tekst in het Leuvens dialect te lezen.

MOP: 40 jaar getrouwd.

1. Een koppel doet een feest voor de 40ste verjaardag van hun trouwdag.
2. Hun kalmte en liefde voor elkaar is altijd al een gespreksonderwerp geweest voor de familie en kennissen.
3. Een nieuwsgierige journalist van een lokale krant kwam op het idee om een reportage te maken over dit gelukkige koppel, en hij ondervroeg de man.
4. “Wel”, legt de man uit, “dit gaat terug tot onze huwelijksreis”. We bezochten de GRAND CANYON en beslisten dat op de rug van een ezel te doen.
5. We waren nauwelijks vertrokken toen de ezel van mijn vrouw struikelde en viel. Mijn vrouw stond op en ze zei kalmpjes: ” Eerste keer”.
6. We hielpen de ezel terug op zijn poten en we vervolgden onze weg.
7. Nog geen 100 meter verder, struikelde de ezel nog eens. Toen zei mijn vrouw opnieuw en op een rustige toon: “Tweede keer
8. De ezel werd terug recht geholpen en we reisden verder.
9. We waren nog geen halve kilometer verder geraakt, of de ezel struikelde voor de derde keer.
10. Mijn vrouw, nog altijd even rustig, pakte toen een revolver uit haar rugzak en schoot de ezel dood.
11. Ik heb me dan zeer kwaad gemaakt en ik heb haar goed laten horen dat ik helemaal niet akkoord ging met de manier waarop ze dat arme beest behandelde en afmaakte.
12. Ze bezag me in ‘t wit van mijn ogen en antwoordde kalmpjes: ” Eerste keer”.
13.Sindsdien zijn wij gelukkig.
_______________________________________________________________

En dan naa in ‘t Leives:

MOP: 40 joor getroud.

1. E koppel deut ‘n fieëst vei de fieëtegste verjoordag van ennen traa.
2. Enne kalmte en liefde vei malkanderen es altoëd al e poent van conversoose geweist vei de famile en kinesse.
3. Ne korjeize zjournalist van een pleutseloëke gazet kwamp up ‘t gedacht vei een reportage te mooke ouver da gelikkeg koppel en oë ondervreug de man.
4.”Awel”, eksplikeit doëne vent, “da goo vrum tot ons aaveleksroës. Me bezochte de GRAN CANYON en desideide van dat up de rig van nen eizel te deun.
5. Me woore apên vertrokke toen den eizel van m’n vraa stroikelde en viel. M’n vraa stond up en ze zaa kalmkes: “Ieëste kieë”.
6. M’ ielepe den eizel trig up z’n puete en vervolgden onze weg.
7. Nog gieën 100 meiters vèdder, stroikelde den eizel nog es. Teun zaa m’n vraa, upnief en up rustegen tuen: “Twidde kieë”.
8. Den eizel wid vrum recht gollepe en me vwajazjeide voets.
9. Me woore nog gieënen alleve kilomeiter vèdder gegrokt, of den eizel stroikelde vei den dèrde kieë.
10. M’n vraa, nog altoëd ieëve rusteg, pakte teun ne revolver oeët eire rigzak en schout den eizel dued.
11. Ik em me dan noëg kood gemokt en ‘k em eir geu looten uere dak ‘ik ieëlemool ni ‘t akkoud gink mei de manier woorup ze dat êrm bieëst beandelde en afmokte.
12. Ze bezag me in ‘t wit van m’n uege, en ze riposteide kalmkes: ” Ieëste kieë!”
13. En sins teun zen me gelikkeg!

Leuvens dialect voor allen, ook voor niet-Leuvenaars (les 41)

Nog ‘more’ ouver UTOPIA: tonieël in den teooter

Et es in Leive vei de moment ieën en al Thomas More en UTOPIA wat de klok sloogt. Den ‘Academie van ’t Leives’ lot zich doo nit on kinne en spelt in den teooter et tonieëlstik mei de veilzeggenden titel: ” Thomas More moet noo Leive”. Natierloëk in ‘t Leives. Zue verlupt ten andere ieël den achteneun, die doovei de “Leivesen Achteneun” ieët. Dootem van ‘t gebeire: zooterdag 19 novèmber.

‘s Achteneuns

De vertuening in den achteneun begint om 14 iere. Et tonieëlstik wed veiafgegon dei ne quiz die, volgens joorlekse gewoente, gespeld wed dei den bergemister Louis Tobback en z’n onangers, mei as teigespeilers diëken Dirk De Gendt en z’n akoliete. Wed’et upnief nen eroïsche stroëd? Me wachten af.
Up ‘t ende van de vertuening wed et UTOPIA– lied ten geüere gebrocht. Et wed upgedrooge on Andrei Van de Putte, de recent ouverleiden dirizjent van et kuer DE JOORZANGERS. Oë aa de gewènte vei, elke kië as er iet belangroëks te deun was, e gelegenoëdslied te schroëve. Hugo Geeraerts schreif den tekst. De melodie es doë van et lievelingslied van André: “Et lied van Poope Toune”.

‘s Oovens

Boë d’oovendvertuening die begint om 8 iere, wed de tonieëlupveuring veiafgegon dei een uptreide van et kuer DE JOORZANGERS. Ze zingen ‘n tiental liekes in ‘t Leives, wooboë de onweizege kinne/ meige meizinge. Et uptreide wed afgesloute mei de première van et lied UTOPIA, da swènst de inloëding vermt vei et tonieëlstik.

NB: As ge deizen tekst in ‘t schue Vloms wilt leize, moete gon kieke up de weblog: www.LeveninLeuven.be, woodat em intege dooge gelê al es up verscheine.

Amezeid aale!

001

LEUVENS DIALECT VOOR ALLEN, OOK VOOR NIET-LEUVENAARS (les 40)

DE UITSPRAAK VAN DE KLINKERS IN HET LEUVENS DIALECT

We proberen te verduidelijken hoe de klinkers worden uitgesproken. Noteer alvast: het Leuvens dialect is veel rijker aan klinkerklanken dan het Nederlands.
Om deze grote variatie van klanken leesbaar te maken, uit te spreken en herkenbaar te schrijven, maken wij gebruik van accenten, trema’s en diverse lettercombinaties.

Letter A: 6.
A: ambras (herrie), Â: elân (elan/ stuwkracht), Aa: baave (bouwen), Ai: vaike (vaatje), Aj: amaj (neen maar…), Au: blaut (blauw).

Letter E: 8.
E 1: gelikkeg (gelukkig), E 2: ketter (korter), È: kètter (ketter), Ê: pjêd (paard), Ee: eelabee (hela!), Ei: Leive (Leuven), Eu 1: meuder (moeder), Eu 2: bonheur (Frans).

Moeilijk? Maar neen! Vergelijk met het Nl. werkwoord: re-de-ne-ren. Drie open lettergrepen en drie keer een verschillende uitspraak van de letter -e. Je hebt dat vroeger zo geleerd en onthouden en nu spreek je dat automatisch correct uit.
Dat is een taal leren…

Letter I: 3.
I: zister (zuster), Ie: dievel (duivel), Ieë: bieën (been).

Letter O: 10!
O: locht (lucht), Ô: mazjôr (majoor), Oe: boelt (bult), Oë: oëleg (heilig), Oeë: ajoeën (ajuin), Oei: koei (koe), Oi: noil (naald), Oij: zoije (zieden/ koken), Oo: goote (gaten), Ou: belouve (beloven).

Letter U: 4.
U 1: ekskuzeire (excuseren), U 2: bum (bom), Ue: dued (dood), Uu: slaptituut (inzinking).

Letter Y: 0!
Bestaat niet in het Leives! Wordt steeds de letter i.

In essentie komt het hierop neer: alles wat het LEZEN van het Leuvens dialect kan vergemakkelijken, wordt ook daadwerkelijk toegepast. Voorbeelden:
– de klinker in een open lettergreep wordt in het Nl. lang uitgesproken, maar kort geschreven. Die wordt bij het Leuvens LEZEN lang uitgesproken, maar OOK LANG GESCHREVEN, dus: verdubbeling. In het Nl. wordt ‘tafel’ als taafel uitgesproken. De Leuvenaar maakt van de a een o, en leest en schrijft: toofel.
– de regel van de drieklank in het Nl. wordt ook in het Leives systematisch toegepast: knieën in Nl., blijft knieën in het Leives.
– als je zou kunnen missen met de uitspraak van de drieklank, zet je een trema, EN HOU JE DAARMEE REKENING BIJ DE UITSPRAAK.

Besluit: niet interpreteren! Lezen wat geschreven staat en alle letters uitspreken!

Deze tekst is gedeeltelijk overgenomen uit het LEUVENS LEXICON, uitgegeven in 2013 door de Academie van het Leuvens dialect, en te koop in de Leuvense boekhandels.

LEUVENS DIALECT VOOR ALLEN, OOK VOOR NIET-LEUVENAARS (les 39)

Een woordje vooraf:
1. In deze 39ste les publiceren we vijf zinnen waarin enkele eigen(aardig)heden van het Leuvens dialect zijn verwerkt. Zoals in les 25.
2. Als je die zinnetjes kunt opzeggen zonder te spieken of over je tong te vallen, dan ben je goed op weg om een mondje Leuvens te praten! Probeer maar eens!
E woudeken up veirand:
1. In deis neigenendètegste les publiseire me voëf zinne wooïn intege oeëgen(oordeg)eede van et Leives dialekt zen verwèrkt. Gelak as in les voëfentwinteg.
2. As ge doë zinnekes kint upzê zonder af te kieke of ouver eu tong te valle, dan zoëde geud op weg vei e moinjke Leives te klappe. Probei moo ne kieë!

We beginnen er aan: / Me beginne d’er on:

1. Je kan in het station van Leuven de trein nemen naar Heverlee, dan ben je op vijf minuten daar.
1. Ge kint in de stoose van Leive den trên pakke noo Ieëver, dan zoëde up voëf meniete doo.

2. Er is een regenbui gevallen waardoor ik helemaal nat ben geworden. Daarna ben ik met mijn hakken in de modder gezakt tot aan mijn enkels en zowel mijn schoenen als mijn hielen zijn zeer vuil!
2. Doo es ‘n drasj reigen gevalle wooda’k strontnat van gewedde zen. Ternoo zen ek mei men pollevieë in de mous gezakt tot on m’n knoesele en zuewel m’n galosje as men vèsseme zèn noëg voeël!

3. Ik heb voor mezelf een boeket mooie bloemen gekocht omdat ik eigenaar ben geworden van een huisje met een stukje tuin, in de Schipstraat (vroegere benaming van het voorste deel Mechelsestraat).
3. ‘k Em vei men oëge nen boukei schuen blumme gekocht, mei da ‘k oëgenieër gewedde zèn van en oeëzeke mei ewat achteroeët, in de Sjipstroot (de vriggere noom van et veitste stik van de Mechelsestroot).

4. Die twee jongens op dat klein karretje lijken fel op mekaar. Ik kan ze bijna niet uit mekaar houden.
4. Doë twieë gamêns (of: kadeië) up da klaa kèrreke trekke noëg upieën. Ik kan ze bekènst nit oeëtieën aave.

5. Wat moet je doen als je moe bent? Ik zal het je uitleggen. Het is zeer eenvoudig, hoor! Dan moet je stoppen met werken en je neerleggen.
5. Wa moete deun as ge mieg zoët? ‘k Zal ‘t eu eksplikeire. ‘t Es noëg simpel, zènne! Dan moete oeëtsjieë mei wêrke en eu neine lê!

Leuvens dialect voor allen, ook voor niet Leuvenaars (Les 38)

Om te begrijpen waarover het gaat, lees je eerst de negen zinnetjes in het Nederlands.

WEET JIJ WAAROM DAT…
…DE TROUWRING GEDRAGEN WORDT AAN DE RINGVINGER?

1. Om te beginnen moet je weten dat aan alle vingers een symbolische betekenis wordt gegeven. Om dat te begrijpen is het best dat jij die betekenis onthoudt.

2. De duimen vertegenwoordigen de ouders.
De wijsvingers staan voor broers, zussen en vrienden.
De middenvingers ben jij zelf.
De ringvingers vertegenwoordigen je partner.
De pinken symboliseren je kinderen.

3. Doe nu het volgende:
Zet je handpalmen evenals je vingertoppen tegen mekaar. Plooi dan de middenvingers volledig, zodat de knokkels mekaar raken. De andere vingers blijven gestrekt en de vingertoppen blijven mekaar raken.

4. Probeer nu je duimen van mekaar te halen. Dat lukt! Inderdaad: dat zijn je ouders, en daarmee leef je niet je hele leven lang.
Duimen terug tegen mekaar.

5. Doe nu hetzelfde met de wijsvingers. Dat lukt ook. Ja, want ook met broers, zussen en vrienden is het contact niet tot het einde van je dagen.
Wijsvingers terug tegen mekaar.

6. En nu je twee pinken: ook dat lukt. Begrijpelijk, want jouw kinderen gaan immers na een tijdje hun eigen weg.
Pinken terug tegen mekaar.

7. En nu komt het!

8. Probeer nu maar eens je ringvingers van mekaar te halen: dat lukt van geen kanten! Dat komt omdat dit paar vingers staat voor je partner en die is bestemd om met jou samen te blijven voor de rest van jullie leven.

9. En daarom wordt aan die vinger de trouwring gedragen.

En naa, ‘t zèllefste veroileke, moo dan in ‘t Leives. Uek in neige zinnekes.

WETTE GOË VEI WA DA…
DEN TRAARINK GEDROOGE WED ON DE RINGVINGER?

1. Vei te beginne moete weite dat on alle vingers een simboulische betieëkenis wed gejeive. Vei ‘t geu te verston, es et best da ge doë betieëkenis ontoud.

2. De doeëme verteigewoudege de aavers.
De woësvingers doë ston vei bries, zisters en kameroode.
De twieë middevingers da zedde goë zelf.
De ringvingers da’s ouve partenêr .
De pinke doë simbolizeire eu kindere.

3. Doe naa et volgende:
Zet eu andpalme en eu vingertoppe tênieën. Ploet dan de middevingers ieëlemoo, zuedat de knoukels malkandere rooke. D’ ander vingers bloëve gestrekt en de vingertoppe bloëve malkandere rooke.

4. Probei naa eu doeëme vanieën t’ oole. Da likt! Vanoëges: da zen eu aavers en doo lieëfde ni mei eu lieëve lank.
Doeëme vrum tênieën.

5. Deu na etzelfste mei eu woësvingers. Da likt uek. Joo, want uek mei bries, zisters en kameroode edde gië kontakt tot ‘t ende van eu dooge.
Woësvingers vrum tênieën.

6. En na eu twieë pinke: uek da marsjeit. Begroëpeloëk, want eu kadeië gon noo e tejke ennen oëge wèg.
Pinke vrum tênieën.

7. En naa kom et!

8. Probei naa moo ne kieë eu ringvingers van makandere t’ oole. Da likt van gieën kante! Da komt omdat da poor vingers ston ve euve partenêr en doë of doëne es bestemd vei mei aa soome te bloëve vei de rest van aale lieëve.

9. En doovei wed on doëne vinger den traarink gedrooge.

LEUVENS DIALECT VOOR ALLEN, OOK VOOR NIET-LEUVENAARS (les 37)

Om te begrijpen waarover het gaat, lees je eerst tien zinnetjes in het Nederlands.

Zingen helpt tegen snurken of ronken in je slaap!

1. Niets is zo hinderend als snurken of ronken als je ‘s nachts in bed ligt. En is het niet voor jezelf, dan is het voor je partner die niet kan slapen van je lawaai.

2. Engelse professoren hebben een eenvoudige remedie ontdekt dat het snurken vermindert of zelfs volledig kan doen stoppen, en dat is: regelmatig zingen!

3. Ze hebben een honderdtal mensen onderzocht die dergelijke problemen hadden.

4. Die vrijwilligers kregen een CD mee naar huis, met daarop zangoefeningen.

5. Daar moesten ze thuis iedere dag twintig minuten mee bezig zijn.

Wat stelden die geneesheren-specialisten vast?

6. Na drie maanden snurkten en ronkten die proefpersonen minder dikwijls en minder hard.

7. En nog iets: overdag voelden ze zich minder slaperig en ze schrokken niet meer wakker door ademnood (apneu).

8. De dokters denken dat die zangoefeningen de toon en de kracht van de spieren in de keel versterken.

9. Daardoor kunnen die spieren ‘s nachts niet in elkaar zakken, want dat is immers de voornaamste oorzaak van snurken.

10. Besluit

Je moet doen zoals de mannen van het koor van DE (Leuvense) JOORZANGERS: veel zingen, en dan snurk je niet meer. Vraag het maar aan hun bedgenoten…

En naa, ‘t zèllefste veroileke, moo dan in ‘t Leives. Uek in tien zinnekes.

Zingen elpt teige snereke of runke in euve sloop!

1. Niks es zue zjenant as runke of snereke as ge ‘s nachs in eu bed ligt. En es et ni vei eu oëge, dan es ‘t vei euve partenêr die ni kan sloope van eu lawoët.

2. Ingelse professers emmen een simpel remeide gevonge dat et snereke vemindert of zelfs ieëlemool kan deun stoppe, en dat es: reigelmooteg zinge!

3. Z’ emmen een onderdtal minsen onderzocht die doë probleimen aane.

4. Doë vroëwillegers kreigen ‘n CD mei nor oeës, mei dooüp zangeufeninge.

5. Doo moeste ze toeës iedren dag twinteg meniete mei beizeg zoën.

Wa konstateide doë doktours-speisjaliste?

6. Noo droë moinde snerekte en runkte doë preufpersuenen minder dikkes en minder êt.

7. En nog iet: swenst den dag vilde z’ enne minder sloopereg en ze schoute ne mieë wakker van gieënen oosem ne mieë ‘t emme (apneu).

8. De doktours zen van ‘t gedacht dat doë zangeufeninge den tuen en de kracht van de spieren in de kieël verstêrke.

9. Doodei kinne doë spiere ‘s nachs ni inieënzakke, want dat es emmes de prinsepoilste uerzook van snereke.

10. Besloeët

Ge moet deun gelak as de Leivese JOORZANGERS: veil zinge, en dan snerekte ne mië. Vroog et moo on enne bedgenuete…

Leuvens dialect voor allen, ook voor niet Leuvenaars (Les 36)

Om te begrijpen waarover het gaat, lees je eerst tien zinnetjes in het Nederlands.

MOP van een kippenkweker, een dame en champagne…

1. Een kippenkweker zit in een deftig café naast een dame en bestelt een glas champagne.

2. De vrouw heeft dat opgemerkt en spreekt hem aan: “Kijk nu eens, ik heb zojuist ook een glaasje champagne besteld!”

3. “Wat een toeval”, antwoordt de man, “want dit is en speciale dag voor mij. Ik heb immers iets te vieren!”

4. Waarop de vrouw repliceert: ” Voor mij is het ook een speciale dag en ik ben ook iets aan het vieren!”
En opnieuw de man:”Wat een toeval!”

5. Ze laten de glazen klinken en hij vraagt: ” En wat ben jij dan wel aan het vieren?”

6. “Wel, ik ga het u zeggen zie. Mijn halve trouwboek en ik proberen al zeer lang een kind te krijgen, en vandaag vertelde mijn dokter mij dat ik eindelijk zwanger ben.”

7. “Wat een toeval!” zegt de man, (nu al voor de derde keer). “Je moet weten, ik ben eigenlijk een kippenkweker. Jarenlang waren mijn kippen hun eieren onvruchtbaar, maar vandaag kreeg ik melding dat ze eindelijk bevruchte eieren beginnen leggen.”

8. Waarop de vrouw weer: “Dat is zeker goed nieuws! En hoe komt het dat uw kippen vruchtbaar geworden zijn?”

9. “Wel,” zegt de kippenkweker, “ik veranderde van haan.”

10. De vrouw verschiet lichtjes van kleur, lacht eens… en zegt: “Wat een toeval!”

En naa, dezèllefste mop, moo dan in ‘t Leives. Uek in tien zinnekes.

MOP van ne kiekewikker, een madam en sjampieter…

1. Ne kiekekwikker zit in nen deftege café neffen een madam en bestelt e glas sjampieter.

2. Doë vraa ieët da geremarkeid en ze sprekt em on:” Kik naa ne kieë, ik em justekes uek e glaske sjampieter besteld!”

3. “Wat e teuval!” antwoudt de man, “want deis es ne spesjoolen dag vei moë. Ik em emmes iet te viere!”

4. Wooüp de vraa replikeit: ” Vei moë es et uek ne spesjoolen dag, en ik zèn uek iet on ‘t viere!”
En upnief de vent: “Wat e teuval!”

5. Ze loote de glooze klinken en oë vroogt: “En wa zoëde dan wel on ‘t viere?”

6. “Awel, ‘k gon ‘t eu zê, se. Mennen alven traabuk en ik probeiren al ieël lank e kind te kroëge, en vandoog vertelde mennen doktour me da’k endeloëk in poziese zen!”

7. “Wat e teuval!” zieët doëne vent, (naa al vei den derde kieë). “Ge moet weite, ik zen oegentloëk ne kiekekwikker. Joorelank woore men kiekes un aare onvruchtboor, moo vandoog kreig ek toëding da ze endeloëk bevruchte aare beginne te lê.”

8. Wooüp de vraa wei: “Da’s zeikest geu nies! En eus kom et dat eu kiekes vruchtboor gewedde zen?”

9.”Awel” zieët de kiekekwikker, “ik zen van oon veranderd!”

10. De vraa versjit lichtekes van koleir, lacht es… en zieët: “Wat e teuval!”

Leuvens dialect voor allen, ook voor niet Leuvenaars (Les 35)

Om te begrijpen waarover het gaat, lees je eerst de volgende negen zinnetjes in het Nederlands.

Hoe komt het dat de meeste wijnflessen een inhoud hebben van 75 cl ?

1. De verklaring is historisch èn… eenvoudig!

2. In de 19e eeuw waren de belangrijkste klanten van de Franse wijnboeren, de Engelsen.

3. Maar… onze Engelse buren hadden (en hebben trouwens nog altijd!) een ander systeem van maten en gewichten dan wij.

4. “Hun” eenheid, genaamd “gallon impérial”, had een inhoud van… 4,54609 liter. Duidelijk een onmogelijk getal om mee te rekenen!

5. Om zich het hoofd niet te moeten breken bij de omzetting, vervoerden zij de Franse wijn in vaten van 225 liter, hetzij afgerond: 50 gallons.

6. En die 225 liter komen exact overeen met 300 flessen van 75 cl. Geef toe: 300 rekent gemakkelijker dan 225!

7. Resultaat: 1 vat bevatte 50 gallons, wat gelijk staat aan 300 flessen. Ofwel: één gallon bevat 6 flessen van 75 cl.

8. Het is ten andere daarom dat tot op de dag van vandaag, de kartonnen dozen of houten kisten nog steeds (meestal) verpakt en verkocht worden per 6 of per 12 flessen.

9. Zo… Je hoeft mij niet te bedanken voor deze uitleg, want, sinds de tijd dat jij wijn drinkt, had jij dat al lang moeten weten!!!

En naa, ‘t zèllefste veroileke, moo dan in ‘t Leives. Uek in neige zinnekes.

Eus komd’et dat de mieëste woënflèsse nen inoud emme van 75 cl?

1. D’eksplikoose es simpel en moet gezocht wedde – gelak as zue dikkes – in de geschiedenis.

2. In de neigetiende ieë woore d’ Ingelse de belangroëkste kalante van de Franse woënbeure.

3. Moo… ons Ingelse gebieren aane ( en emme dajeur nog altoëd!) een ander sistêm van mooten en gewichte gelak as woële.

4. Ennen inoudsmoot, die “gallon impérial” gieëte wid, aa nen inoud van (deu geud atènse!)… 4,54609 lieters. Da’s doeëdeloëk een onmeigeloëk getal vei mei te riëkene!

5. Vei enne kop ni te moete breike boë d’umzetting, verviede ze de Franse woën in voote van 225 lieters, ‘t es te zê, afgerond: fafteg gallons.

6. Rieëkent moo oeët: doë 225 lieters koumen eksakt ouverieën mei droë-onderd flèsse van voëfenseiveteg santelieters. Jèf teu: 300 riëkent gemakkeloëker as 225!

7. Rèzeltoot: in ieë vat zoote fafteg gallons, wa geloëk stoot on 300 flèsse. Of nog simpelder: oeët ieëne gallon oilde zes flèsse van 75 santelieters.

8. ‘t Es ten andere doovei da, tot up den dag van vandoog, de kartonne dueze of oute kiste mei woën, nog altoëd gruetendieëls ingepakt zèn en verkocht wedde per 6 of per 12 flèsse.

9. Voilà! Ge moet gieë mersie zê vei deizen oeëtleg want, sinds den toëd da goë woën drinkt, odde dat al lank moete weite!!!

LEUVENS DIALECT VOOR ALLEN, OOK VOOR NIET-LEUVENAARS (Les 34)

NEDERLANDS

Alle dagen een beetje turnen: doe je mee?

1. Trek je trainingspak aan en ga op een plaats staan met een vlakke, stabiele ondergrond en genoeg ruimte rondom jou.
2. Neem in iedere hand een aardappelzak van 2,5 kg, strek je armen volledig zijwaarts uit, en hou die beide zakken omhoog op schouderhoogte.
3. Probeer dit één minuut vol te houden. Dan mag je je armen laten zakken en wat ontspannen.
4. Je doet dat dagelijks. Je zal ondervinden dat je deze houding iedere dag een beetje langer en beter kan volhouden.
5. Van zodra dat je dat vijf minuten kunt, neem je aardappelzakken van vijf kilogram. Je doet juist hetzelfde als tevoren, iedere dag opnieuw!
6. Na een paar weken neem je zakken van 25 kg in je handen.
7. Uiteindelijk ga je over naar zakken van 50 kg die je, juist zoals de vorige zakken, met de armen zijwaarts gestrekt, geduldig omhoog moet houden. Eerst één minuut, daarna twee, dan drie, enzovoort. 8. Je zal tevreden zijn dat je dat gekund hebt en je zal graag aan de volgende oefeningen beginnen. Want het is nog niet gedaan!
9. Je moreel en je zelfvertrouwen moeten nu sterk genoeg zijn om verder te doen en de oefeningen nog moeilijker te maken.
10. Ben je er klaar voor? Daar gaan we:
Steek nu één aardappel in elk van de twee zakken…

LEIVES

Alle dooge e bekke zjummenas: deude mei?

1. Trekt eu zjummenaskostum on en good up een pleuts ston mei nen èffen en stoobelen ondergrond en genug spoose rond aa.
2. Nemt in ieder and ne petaatezak van twieë kilou en alf, stekt eu êrmen ieëlemool upzoë oeët, en out doë zakken alletwieë emueg up d’uegte van eu schaavers.
3. Probei dat ieëne meniet vol ‘t aave. Dan meid eu êrme loote zakken en ewa riste.
4. Ge deut da doogeloëks. Ge zelt ondervinge da ge deis poziese iederen dag e bekke langer en biëter kint volaave.
5. Van zue gaa da ge da voëf meniete kint, nemde petaatezakke van voëf kilou. Ge deu zjust etzelfste as teveirest, iederen dag upnief!
6. Noo e poor wieëke nemde zakke van voëfentwinteg kilou in eu anne.
7. Oeëtendeloëk goode ouver noo zakke van fafteg kilou die ge, zjust gelak as de veirege zakke, mei eu êrme upzoë gestouke, posjènteg emueg moet aave. Ieëst iëne meniet, ternoo twieë, dan droë, enzuevoets.
8. Ge zelt kontent zoën da ge da gekinnen èt, en ge zelt jeire on de volgende eufeninge beginne. Want et es nog ni gedon!
9. Euve moral en et vertraave in eu oëge moete naa stêrk genug zoën vei voets te deun en d’ eufeninge nog moeieloëker te mooke!
10. Zed’ er grieëd vei? Doo gon me:
Stek naa ieën petaat in elk van doë twieë zakke…

Leuvens dialect voor allen, ook voor niet-Leuvenaars (Les 33)

Leuvens dialect: de spelling van de MEDEKLINKERS: C, Q en X (deel 3 van 3)

Gouden regel van de medeklinkers: in het “Leives” gebruik je NOOIT medeklinkers die je anders leest of uitspreekt dan dat je ze schrijft, wat in het Nederlands (Nl.) dikwijls wèl het geval is.

NB: Let voorlopig niet op de klinkers in de hiernavolgende voorbeelden. De klinkers worden in één van de volgende lessen besproken.

1. De letter C

De letter C wordt in het Nl. uitgesproken als K of als S. Dus lees en schrijf je in het “Leives” K of S!
Bijvoorbeeld: akademie (academie), akteur (acteur), elektrisitoët (elektriciteit), grasjeis (gracieus), kaktus (cactus), kapasetoët (capaciteit), kapsul (capsule), koboj (cowboy), kloor (chloor), kollezje (college), konsêr (concert), kontakt (contact), kries (crisis), persies (precies), prinsiep (principe), resèpse (receptie), sentier (ceintuur), sinnema (cinema), sitreun (citroen), soëffer (cijfer)…

2. Voor de dubbele C geldt dezelfde regel als voor de letter C:
akkoizje (occasie), akkordeon (accordeon), akku (accu), aksènt (accent), aksidènt(accident), sirk of sirkus (circus), sukses (succes), vaksên (vaccin)…

Onthou: de letter C komt NOOIT alleen voor in het “Leives”. Je vindt ze als dubbele C, of in combinatie met de letter H.

3. De combinatie van de letters C en H

Twee mogelijkheden:

3.1. De letter C in combinatie met de letter H wordt CH uitgesproken zoals in het Nl.
Bijvoorbeeld:
beschooving (beschaving), beschroëve (beschrijven), geschrieëf (geschreeuw), klacht (klacht), lichoom (lichaam), pech (pech), plechteg (plechtig), prachteg (prachtig), schaa (schouw), schaaver (schouder), schat (schat), scheun (schoen), schoën (schijn), schoop (schaap), schoeëm (schuim), schoins (schuin), schroëve (schrijven), schuemeuder (schoonmoeder), schuen (schoon), smachte (smachten), vechte (vechten)…

3.2. Echter! De CH wordt in het “Leives” ook als SJ geschreven en uitgesproken. Dit geldt zowel voor woorden van Nederlandse als van Franse oorsprong.
Bijvoorbeeld:
Nederlands: gesjeid (gescheurd), sjein (scheen-been), sjeipen(e) (schepen- ambt), sjèlm (schelm), sjelp (schelp), sjêrp (scherp, ook sjerp = sjaal), sjidde (schudden), sjie (schuur), sjieë (scheiden), sjieël (scheel), sjieër (schaar), sjiete (schieten), sjilderoë (schilderij), sjimmel (schimmel), sjimpanzei (chimpansee), Sjineis (Chinees), sjok (schok), sjokolat (chocolade)…
Frans: kasjot (cachot), sjambrant (chambrant), sjampagn (champagne), Sjarel (Charel), sjarkuterie (charcuterie), sjarmant (charmant), sjef (chef), sjèk (cheque), sjimist (chemicus), sjoffaasj (chauffage), sjoffeur (chauffeur), sjokeire (choqueren), sjoof-pla (Fr.) (schotelverwarmer)…

NB: er volgt nog een aparte les over de vele (!) Franse woorden die in het “Leives” worden gebruikt.

4. De letter Q

Eenvoudig: die bestaat niet in het “Leives”. Je schrijft en je leest wat je hoort, en dus q = kw of k.
akwarium (aquarium), kadril (quadrille), karantên (quarantaine), katrekaar (quatre-quart: een soort gebak), kit (quite), kwis (quiz), kwosjent (qoutient), kwoteire (quoteren)…

5. De letter X

Nog zo eentje: de letter X wordt ook niet gebruikt in het “Leives”. Ook hier weer: je schrijft en leest wat je hoort, en dus x = ks.
eksemploor (exemplaar), ekskluzief (exclusief), ekskuus (excuus), expêr (expert), ekzoom (examen), ekzotisch (exotisch), eksperiment (experiment), kompleks (complex), ksilofoon (xylofoon), leksiskon (lexicon)…

Besluit
èn herhaling van de gouden regel voor het lezen en begrijpen:
Je spreekt alle letters uit die je leest, zoals ze geschreven staan, zonder te fantaseren.
Lees hardop, zodat je jezelf hoort!

En voor de rest: van buiten leren, zoals je dat hebt gedaan met de andere talen die je kent!